Publieke sector Egypte staakt

Dit artikel schreef ik op zondag 7 oktober voor de GPD dagbladen

Terwijl president Morsi zaterdag in een afgeladen stadion de eerste honderd dagen van zijn bewind de lucht in prees, is de oppositie tegen zijn bewind in alle hevigheid losgebarsten. Deze oppositie komt vooral uit de gelederen van de staat zelf, in de vorm van stakingen in de publieke sector.

Door onze correspondent Dirk Wanrooij

CAIRO (GPD) Op de stoepen van het parlement in het centrum van Cairo staan een paar honderd universiteitsmedewerkers te demonstreren.

Ahmed Abdel Hayy werkt sinds 1996 als administratief medewerker aan de Universiteit van Alexandrië maar verdient nog altijd slechts vierhonderd pond per maand (ongeveer vijftig euro). Samen met collega’s van andere universiteiten staakt hij daarom al sinds vijftien september. “Al het geld voor onderwijs is voor de managers op het ministerie, maar ik heb ook kinderen die ik moet voeden. Er zijn ambtenaren die meer dan honderd keer zoveel verdienen als ik. Is dat sociale rechtvaardigheid? Is dat waar we de straat voor op zijn gegaan en een dictator voor hebben verjaagd?”, schreeuwt Abdel Hayy.

De sentimenten van Abdel Hayy zijn wijdverspreid. Egyptenaren hoopten dat Morsi nieuwe economische ideeën zou introduceren en andere prioriteiten zou stellen. Het uitblijven van resultaten heeft geleid tot een explosie van stakingen, met name in de publieke sector.

Omar Morsi, een zesenvijftig jarige docent op een middelbare school in Sayyida Zeyneb, een volkswijk in Cairo is een van de leiders van de nieuw opgerichte lerarenunie. Hij vertelt dat leraren vorig jaar voor het eerst in zestig jaar een staking hebben georganiseerd. “Dus je begrijpt dat we nog een heleboel moeten leren”, zegt hij. “Ook dit jaar hebben we twee dagen landelijk gestaakt om onze onvrede kenbaar te maken. In bepaalde delen van het land werken leraren nog altijd niet, maar we hebben nog niet de kracht om dit landelijk gaande te houden”.

De eisen van de leraren zijn divers. “We willen meer loon, een startsalaris van drieduizend pond [ongeveer €380,-] per maand. Maar belangrijker nog, we willen een einde aan de permanente tekorten in het onderwijs. Daardoor zijn leraren namelijk gedwongen om bijlessen te geven en dat werkt ongelijkheid in de hand”, stelt Morsi.

Dergelijke eisen liggen ook ten grondslag aan de staking in de zorg die sinds 1 oktober woedt. Amr Shoura (29) is radioloog in opleiding en lid van Artsen Zonder Rechten, een initiatief van vooral jonge doktoren die streven naar een ander zorgbeleid. “De belangrijkste eis is dat we willen dat het zorgbudget omhoog gaat, van de huidige drie procent naar vijftien”, stelt Shoura. “Daar vallen dus ook de lonen onder.”

Onderdeel van de staking is dat de zorgmedewerkers gratis zorg aanbieden. “Daarmee treffen we het management en het ministerie. Zij lopen de inkomsten mis, maar we houden de patiënten aan onze kant”, vertelt Shoura. “Meer dan tachtig procent van de ziekenhuizen doet mee aan de staking en we kunnen rekenen op veel sympathie onder de bevolking.”

Die sympathie wijdt Shoura aan het feit dat er sinds de revolutie openlijk gesproken kan worden over de misstanden in de zorg. “Ministers zullen nooit naar een overheidszorginstelling gaan omdat ze weten dat de zorg daar niet goed is. Toch doen ze er niets aan. Dat soort tegenstrijdigheden zijn nu bespreekbaar en dus zijn we erin geslaagd om veel mensen goed in te lichten over de noodzaak van onze strijd voor betere gezondheidszorg”.

Een interessante bijkomstigheid is het feit dat moslimbroederschap, de partij van president Morsi, de leiding van het artsensyndicaat in handen heeft. Door de overige krachten te bundelen, hebben de artsen de leiding echter buitenspel weten te zetten. Daarmee biedt de strijd in de zorg wellicht een kijkje in de toekomst van het grotere politieke spel in Egypte.

Dit bericht werd geplaatst in Artikelen, GPD en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie